Naam Product

Toelating, schorsing en verwijdering

Algemene Informatie

Bevoegdheid tot besluitneming

Het bevoegd gezag van een school heeft de bevoegdheid tot toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen. Vaak is deze bevoegdheid overgedragen aan de schooldirecteur. De meeste leerlingen worden probleemloos toegelaten en krijgen nooit met schorsing of verwijdering te maken. Maar soms wordt een leerling niet toegelaten op een school, of ziet het bevoegd gezag geen andere uitweg dan over te gaan tot schorsing of zelfs verwijdering van een leerling. Een zorgvuldige uitvoering van de regels en procedures die de onderwijswetten voorschrijven, is dan in het belang van alle partijen: de leerling, zijn/haar ouders/verzorgers, het bevoegd gezag en de school.

Niet toegelaten worden

Over het algemeen worden leerlingen, zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs, toegelaten op de school die de ouders hebben gekozen. Toelating is dus normaal gesproken geen probleem. Desondanks kan het gebeuren dat een schooldirecteur (namens het bevoegd gezag) toelating weigert, bijvoorbeeld als er sprake is van een verwijzing naar het (voortgezet) speciaal onderwijs. Een directeur die besluit een leerling niet toe te laten, moet de ouders schriftelijk informeren over:

de inhoud van het besluit;

de redenen van de weigering;

de mogelijkheid van bezwaar;

de manier, waarop dit bezwaar kenbaar gemaakt moet worden.

Schorsing

Een schorsing duurt - volgens de regels van het Inrichtingsbesluit WVO - maximaal vijf schooldagen. De leerling dient daarna in beginsel weer toegelaten te worden op school. De woorden ?in beginsel? betekenen dat er een apart, goed onderbouwd besluit noodzakelijk is, wanneer de schooldirecteur het besluit neemt tot een nieuwe of verlengde schorsing. Een uitzondering op de maximale duur van een schorsing vormt de schorsing die ingaat, terwijl er overleg gaande is over de definitieve verwijdering van een leerling. De schorsing duurt dan net zo lang als de tijd die nodig is om te komen tot een beslissing over de eventuele verwijdering.

De directeur (het bevoegd gezag) informeert de leerling (en wanneer de leerling nog geen 21 jaar is, ook de ouders) in ieder geval schriftelijk over:

de reden en duur van de schorsing;

de mogelijkheid van bezwaar;

de manier, waarop dit bezwaar kenbaar gemaakt moet worden.

Bij een schorsing van meer dan één dag is de directeur verplicht ook de Inspectie van het Onderwijs op de hoogte te stellen. Bovendien wordt de leerplichtambtenaar dan geïnformeerd.

Het middel schorsing is voor het voortgezet onderwijs en het (middelbaar) beroepsonderwijs omschreven in de Wet voortgezet onderwijs (WVO) en de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Voor het basisonderwijs en het speciaal onderwijs geldt de volgende algemene rechtsregel: wie tot het meerdere (lees: verwijdering van een leerling) bevoegd is, is ook bevoegd tot het mindere (schorsing). Dit betekent dat zowel voor een verwijdering als voor een schorsing dezelfde procedures en zorgvuldigheid vereist zijn.

Voor het voortgezet onderwijs is in het Inrichtingsbesluit WVO bepaald dat verwijdering in de loop van een schooljaar niet kan op grond van onvoldoende vorderingen of veelvuldig verzuim.

Verwijdering

Verwijdering is een uiterste maatregel die door de wetgever aan strikte voorwaarden is gebonden. Dit is niet verwonderlijk, omdat verwijdering ertoe kan leiden dat een leerling vervolgens geen aansluiting meer vindt bij de samenleving.

Voordat het besluit tot verwijdering genomen kan worden, dient het bevoegd gezag de leerling (12+) en de ouders te horen. Voor een leerling van het primair onderwijs moet ook de groepsleerkracht gehoord worden. Voor het voortgezet onderwijs is voorgeschreven dat overleg met de Inspectie van het Onderwijs vereist is, voordat er een besluit genomen wordt.

Zodra het besluit tot verwijdering daadwerkelijk een feit is, informeert het bevoegd gezag de leerling (en wanneer de leerling nog geen 21 jaar is ook de ouders) in ieder geval schriftelijk over:

de verwijdering en de reden daarvan;

de wijze, waarop bezwaar tegen de verwijdering gemaakt kan worden.

Het bevoegd gezag stuurt een kopie van haar brief naar de Inspectie van het Onderwijs en de leerplichtambtenaar.

Definitieve verwijdering kan in beginsel alleen plaatsvinden, wanneer het bevoegd gezag een andere school bereid heeft gevonden de leerling toe te laten.

In het basisonderwijs en het beroepsonderwijs geldt de regel dat er toch tot verwijdering kan worden overgegaan, indien de school zonder succes acht weken lang heeft gezocht naar een andere school. De zoektocht heet een inspanningsverplichting. De inspanning moet aantoonbaar zijn. Zodra een andere school bereid is gevonden om de verwijderde leerling op te nemen of na acht weken, vervalt de inspanningsverplichting.

In het voortgezet onderwijs geldt een veel strikter uitgangspunt. Verwijdering is uitsluitend mogelijk, wanneer de plaatsing op een andere school geregeld is.

Voor probleemleerlingen die verwijderd gaan worden, moeten oplossingen gezocht worden binnen het samenwerkingsverband VO/VSO.

Gerelateerde producten

Leerplicht, algemene werkwijze

Duur van leerplicht

Extra verlof

Schoolvakanties

Ziekteverzuim

Welke wet of regeling hoort hierbij

Op het besluit tot schorsing van een openbare school is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Bij een bijzondere school (b.v. rooms-katholiek) zijn de procedures van het eigen schoolbestuur van toepassing De wetten

Meer informatie treft u aan in de volgende wetten:

voor het basisonderwijs: de Wet op het Primair Onderwijs (WPO)

voor het voortgezet onderwijs: de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) en het Inrichtingsbesluit WVO

voor het speciaal onderwijs: de Wet op de Expertise Centra (WEC)

voor het (middelbaar) beroepsonderwijs: de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB)

voor bezwaarschriften: de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb)

Bezwaar maken

Een bezwaarschrift moet binnen de termijn van zes weken zijn ingediend bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag dient binnen vier weken hierop te reageren. De termijnen worden in de diverse wetten vermeld.

Een bezwaarschrift moet binnen de termijn van zes weken zijn ingediend bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag dient binnen vier weken hierop te reageren. Deze termijnen staan ook genoemd in de WPO, WEC, WVO en WEB.

Brochures

www.LVLA.nl (landelijke vereniging leerplichtambtenaren)

http://www.minocw.nl/onderwijs/index.html

http://www.win.tue.nl/~aeb/jura/Staatsrecht/awb