====================================

DEZE TEKST IS OOK TE DOWNLOADEN

ALS MS WORD BESTAND:

klik hier

====================================

OMGAAN MET AANDACHTSPROBLEMEN IN HET ONDERWIJS

Bij kinderen met ADHD is het vooral belangrijk de aandacht te trekken en ervoor te zorgen dat hun gedachten niet afdwalen. Sleutelwoorden zijn: INDIVIDUEEL CONTACT, VARIATIE EN AFWISSELING en DUIDELIJKHEID IN TAAL EN MATERIAAL.

♦ Als de leerkracht een verhaal vertelt of instructie geeft kan hij erop letten dat hij luid spreekt, zijn stem varieert, gebaren maakt en voldoende spanning in het verhaal brengt.

♦ Bij een opdracht kan hij ervoor zorgen aan het eind weer met iets nieuws te komen.

♦ Een sticker op de bank is een extra visuele prikkel om het kind eraan te herinneren dat het aan het werk moet blijven. De leerkracht hoeft dan alleen maar even te wijzen (een negatieve opmerking kan achterwege blijven).

♦ Een boodschap op het schoolbord komt beter over als er een gekleurd kader omheen staat. Kleur kan op alle mogelijke manieren de aandacht van een kind trekken.

♦ ‘Plus-sommen’ in rood schrijven en ‘min-sommen’ in blauw voorkomt dat het kind te lang doorgaat met optellen of aftrekken.

♦ Een zandloper op de tafel helpt het kind met het begrip van tijd. Ook een horloge met alarm kan hem waarschuwen dat de tijd verstrijkt.

♦ De leerkracht kan ook v/erken met extra auditieve prikkels. Geef bijvoorbeeld een ‘riedel’ op een muziekinstrument als het kind moet overstappen naar een volgende taak of een volgend onderdeel van een taak.

♦ Een cassettebandje met instructies kan helpen bij schooltaken, maar ook om de aandacht te vestigen op gewenst gedrag (bijvoorbeeld op de speelplaats). De ingesproken instructies kunnen worden afgewisseld met favoriete muziek.

DE INVLOED VAN IMPULSIVITEIT EN HYPERACTIVITEIT OP HET LEERPROCES

Leerlingen met ADHD worden geregeerd door het moment. Wachten met een reactie is voor hen heel moeilijk. Dat zien we zowel verbaal als motorisch. In de les roepen ze voor hun beurt, en ze beginnen al aan een opdracht voordat ze de instructie hebben gehoord. Ook in hun denken zijn ze impulsief. Dat zie je bijvoorbeeld bij multiple-choice-vragen: het eerste antwoord lijkt te kloppen, dus aankruisen maar. Een kleine variatie bij een van de volgende antwoorden wordt (vanwege de aandachtsstoornis) niet opgemerkt, of ze wordt vergeten vanwege de impulsiviteit.

OMGAAN MET IMPULSIVITEIT EN HYPERACTIVITEIT IN HET ONDERWIJS

Het grote ontwikkelingsrisico voor kinderen met ADHD is ONTMOEDIGING. Door de vele negatieve reacties uit de omgeving heeft het kind dikwijls een laag zelfbeeld. Dat lage zelfbeeld compenseert een kind door gedrag - soms agressief, soms clownesk, soms ook depressief gedrag. Om ander, beter gedrag uit te lokken wordt bij jonge kinderen gebruik gemaakt van kennis uit de gedragswetenschappen. Bij oudere kinderen is het in eerste instantie nodig ervoor te zor-

gen dat het kind weer succeservaringen opdoet. Hiervoor zijn allerlei praktische ondersteunende maatregelen te bedenken.

GEDRAG VERANDEREN IN DE KLAS

GEDRAG WORDT AANGELEERD DOOR POSITIEVE REACTIES: prijzen, belonen, werken met beloningssystemen et cetera. Werken met beloningssystemen betekent dat kinderen met stickers of fiches worden beloond voor gewenst gedrag. Op een later moment kunnen ze de fiches dan inwisselen voor een beloning. Dat kan een materiële beloning zijn (snoepjes, plakplaatjes, knikkers et cetera). De beloning kan ook worden gegeven in de vorm van een voorrecht: het bord mogen schoonvegen, even met een computerspelletje mogen spelen, de vuilnisbak mogen buitenzetten et cetera. Beloningen in de vorm van een activiteit zijn heel geschikt voor hyperactieve kinderen. Zulke beloningen passen prima bij hun behoefte aan beweging.

Beloningssystemen werken beter als ze consequent worden toegepast en als er met het kind overleg is geweest over de beloning. Het is ook van belang de beloningen regelmatig te veranderen. De prikkel moet sterk blijven!

Zo toegepast verliezen beloningssystemen niet aan kracht en kunnen ze het hele schooljaar door worden toegepast. Zo'n systeem toepassen is geen verwennerij, zoals weieens wordt beweerd. Het is een behandeling die past bij de (biologische) stoornis van het kind.

GEDRAG WORDT AFGELEERD DOOR NEGATIEVE REACTIES : negeren, vermanen, privileges intrekken en verwijdering.

Negeren kan zin hebben als het gedrag niet te storend is (bijvoorbeeld bij overbeweeg-lijkheid). Negeren werkt echter averechts als het kind daardoor nog meer negatief gedrag gaat vertonen, in een poging om aandacht te trekken.

Dikwijls is het nodig tijdig in te grijpen en de zaak niette laten escaleren. Vermanen, verwijderen of een voorrecht intrekken heeft

alleen effect als er een goede verstandhouding met de leerling is. En dan nog heeft het minder effect dan belonen.

Het is aan te bevelen de eerste weken van het schooljaar alleen beloningen te geven. Begin kinderen pas met negatieve reacties te corrigeren als er een goede sfeer en verstandhouding is.

Een handig hulpmiddel bij het belonen is de GOED-GEDRAG-KAART 2).

De Goed-gedrag-kaart is in Amerika ontwikkeld om het gedrag van kinderen met ADHD op school te verbeteren. Men noemt het daar de ‘Daily Home Report Card’. Aanmoediging van mensen in hun omgeving is belangrijk voor kinderen met ADHD. Ze zijn daar meer dan andere kinderen van afhankelijk om op school tot prestaties te kunnen komen. Dat komt doordat ze niet goed in staat zijn zichzelf te motiveren. Zij hebben dus motivatie van buiten nodig om de inspanningen op school te kunnen opbrengen. De Goed-gedrag-kaart zorgt voor zulke motivatie. Het kind werkt dan voor de goedkeuring en de beloning door leerkracht en ouders.

Na verloop van tijd kan de dagkaart worden omgezet in een ‘om- de-dag’-kaart, een weekkaart en (in het vervolgonderwijs) misschien zelfs in een maandkaart.

De Goed-gedrag-kaart helpt bij het aanleren van allerlei gedragingen:

♦ luisteren naar de uitleg van de leerkracht;

♦ gehoorzamen aan de leerkracht;

♦ eerst lezen alvorens aan het werk te gaan;

♦ de hand opsteken alvorens te praten;

♦ taken afmaken;

♦ goed met klasgenoten omgaan;

♦ enzovoort.

Bij gebruik van de Goed-gedrag-kaart is een aantal punten van belang:

♦ de gestelde doelen moeten haalbaar zijn voor het kind;

♦ de doelen moeten duidelijk omschreven zijn;

♦ er moet worden gewerkt met kleine stappen.

DE GOED-GEDRAG-KAART IS NIET BEDOELD OM LEERPROBLEMEN OP TE LOSSEN.

COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE

Deze therapie is bedoeld om kinderen te leren zelf controle te krijgen over hun gedrag. Ook hun probleemoplossend vermogen zou erdoor moeten verbeteren. In de praktijk blijken de resultaten van deze therapie tegen te vallen: kinderen blijken de geleerde vaardigheden alleen toe te passen in de aangeleerde situatie, niet thuis en op school. Toch lijkt cognitieve gedragstherapie een mogelijkheid om kinderen zelfcontrole aan te leren. Het is van belang deze methode te gebruiken in combinatie met het stimuleren en motiveren van positief gedrag.