====================================

DEZE TEKST IS OOK TE DOWNLOADEN

ALS MS WORD BESTAND:

klik hier

====================================

HET LEERPROCES

Willen we begrijpen hoe ADHD het leren beïnvloedt, dan moeten we eerst kijken hoe het leerproces verloopt. Informatie komt onze hersenen binnen via onze vijf zintuigen:

♦ oren (horen);

♦ ogen (zien);

♦ tast (voelen);

♦ neus (ruiken);

♦ tong (proeven).

Dat noemen we WAARNEMING. Na de waarneming van informatie volgt het verwerken ervan. Het proces van informatieverwerken kunnen we opsplitsen in verschillende delen:

♦ informatie opnemen (INPUT);

♦ informatie onderscheiden in het kortetermijngeheugen;

♦ informatie versturen naar die delen van de hersenen die daarvoor het meest geschikt zijn (INTEGRATIE);

♦ informatie opbergen in het lange-termijngeheugen;

♦ informatie oproepen uit het lange-ter-mijngeheugen en deze informatie weergeven of omzetten in handelingen (OUT-PUT).

Dit geldt voor de informatie uit alle vijf de soorten waarneming (zien, horen, voelen, ruiken en proeven).

In het leerproces moeten vaak verschillende soorten informatie worden gecombineerd. Neem bijvoorbeeld het lezen. Informatie uit

het zien (het zien van letters) moet daarbij worden gecombineerd met informatie uit het horen (de gehoorde klanken). In alle onderdelen van het leerproces kan een hapering optreden. Soms is deze zo klein dat we er niets van merken. Een kind zoekt dan automatisch een manier om de zwakkere functie te compenseren. Bovendien hebben we natuurlijk allemaal onze sterkere en zwakkere kanten. Zo leert de één beter door informatie te horen, terwijl de ander de informatie liever ziet. Er is niets aan de hand zolang deze sterke en zwakke kanten binnen gemiddelden liggen. Problemen in het leerproces zullen er dan niet gauw ontstaan. Leerlingen zullen er hooguit een favoriete leerstijl mee ontwikkelen (een voorkeur voor een bepaalde manier van leren).

Het wordt lastiger als een onderdeel van de informatieverwerking ernstiger hapert. Dan kan er sprake zijn van een leerstoornis. Zo is de leerstoornis dyslexie het gevolg van een hapering in de automatisering van de koppeling tussen tekens en klanken. ADHD komt opvallend vaak voor in combinatie met een leerstoornis. Kinderen met ADHD hebben bijvoorbeeld vaker dyslexie dan kinderen zonder ADHD.

Vaak zien we dat kinderen met ADHD moeite hebben om twee soorten informatie tegelijk te verwerken. Ze kunnen niet tegelijkertijd horen wat er gezegd wordt en opschrijven wat ze horen. Zo hebben ze ook moeite om te zien en tegelijkertijd te schrijven. Overschrijven wat er op het bord staat is dus lastiger voor hen.

DE INVLOED VAN AANDACHTSTEKORT OP HET LEERPROCES

Leerlingen met aandachtsproblemen hebben moeite met één of meer van de volgende punten:

♦ aan het werk beginnen;

♦ aan het werk blijven;

♦ het werk afmaken;

♦ aandacht besteden aan details;

♦ afleidende prikkels negeren;

♦ het geleerde vlot reproduceren;

♦ zich herinneren wat ze van plan waren te doen;

♦ zich herinneren waar ze hun spullen hebben gelaten;

♦ omschakelen van de ene activiteit op de andere;

♦ prestaties leveren op een enigszins constant peil.

Aandacht is onontbeerlijk voor wie informatie moet verwerken. De aandacht bepaalt wat, hoeveel en hoe we waarnemen. Allereerst is er aandacht nodig om de informatie die (bijvoorbeeld) via de ogen binnenkomt te sturen naar het korte-termijngeheugen (ook wel WERKGEHEUGEN genoemd). Is dat gebeurd, dan ligt de informatie nog niet vast. Ze kan op dat moment nog gemakkelijk worden gewist door afleidende zintuiglijke prikkels (bijvoorbeeld lawaai).

In de volgende fase is aandacht nodig om de informatie te vergelijken met kennis die al in het lange-termijngeheugen zit. Vervolgens is er aandacht rjodig bij het opbergen van de informatie in het lange-termijngeheugen. Tenslotte is aandacht vereist om informatie te kunnen oproepen uit het lange-termijngeheugen en te kunnen omzetten in handelen.

Er zijn verschillende soorten aandachtsproblemen:

♦ problemen met het richten van de aandacht;

♦ problemen met het selecteren van belangrijke prikkels;

♦ problemen met het vasthouden van de aandacht;

♦ problemen met het (gericht) verplaatsen van de aandacht.

Een leerling met ADHD kan te maken krijgen met één, maar veel vaker met meerdere aandachtsproblemen.

Het kind dat problemen heeft om de aandacht te richten heeft moeite om met een taak te beginnen. Is hij of zij eenmaal aan de gang, dan kan het wel voldoende snel gaan.

Bij een probleem met het selecteren van prikkels heeft een kind moeite om te kiezen tussen belangrijke en onbelangrijke details. Ook kan het dan minder goed het geheel overzien en verbanden onderkennen. Een probleem met het vasthouden van de aandacht betekent dat het kind slecht weerstand kan bieden aan afleidende prikkels. Helaas betreft het niet alleen de prikkels uit de omgeving: het kind kan ook worden afgeleid door alles wat er in hem omgaat.