De kernproblemen bij ADHD zijn:
-Aandachts-en concentratiestoornissen.
-Impulsiteiten
-Hyperactiviteit
Kinderen met ADHD hebben moeite om hun aandacht te richten en vast te houden .Ze kunnen belangrijke en onbelangrijke prikkels moeilijk uit elkaar houden .Met ‘prikkels’bedoelen we alles wat met de zintuigen wordt waargenomen:alles wat we zien , horen , voelen , proeven en ruiken.Bij kinderen met ADHD lijken alle prikkels even sterk door te komen .Daardoor hebben ze veel last van ‘achtergrondruis ’. Ze horen niet alleen de juf praten, maar ze horen ook de auto op straat , het vliegtuig in de lucht , het gekraak van de stoel naast zich .Ze zien niet alleen de leerkracht die uitleg geeft, maar ze zien ook de leuke tekening op het bord en de strepen in de trui van hun buurman .Om zich dan te concentreren op de woorden van de leerkracht moeten ze de onbelangrijke prikkels uitschakelen .Dat kost hen extra veel inspanning .Is het dan een wonder dat ze het snel opgeven .?
Er zijn veel misverstanden onstaan over het feit dat de kinderen snel zijn afgeleid .Zo adviseert men soms een ‘prikkelarme omgeving ’ - bijvoorbeeld een afgeschermde hoek in de gang met alleen het hoogst noodzakelijke erin , zonder iets aan de muur en met zo min mogelijk geluiden .Dat is lang niet voor alle kinderen met ADHD effectief . In een prikkelarme omgeving kan een kind met ADHD worden afgeleid door zijn eigen gedachten.Het gaat zitten suffen of aan andere dingen denken.Het kind is dan even slecht bij de les als in het leslokaal (tenzij er iemand naast zit ‘die hem weer even bij de les brengt ’). Het is namelijk niet de omgeving die het kind zo afleidt . Het kind wordt afgeleid door zijn eigen onvermogen om de prikkels te selecteren en zijn aandacht blijvend op een taak te blijven richten.Het niet kunnen onderdrukken van onbelanrijke prikkels wordt ook wel inhibitiezwakte genoemd.
Kinderen met ADHD zijn vaak heel erg impulsief .Ze geven antwoord voor ze de vraag goed hebben gehoord of gelezen , ze lopen zomaar van hun stoel en verkopen andere een dreun voor ze het zelf in de gaten hebben.
Ze doen , kortom, voor ze nadenken over de gevolgen .Dat maakt het voor hen heel moeilijk om hun gedrag te plannen en te organiseren .Dit speelt hen parten bij het uitoefenen van taken en het omgaan met anderen .
Kinderen met ADHD zijn dikwijls geen geliefde vriendjes, en veel gevraagde gasten op verjaardagspartijtjes zijn ze al evenmin .
Vaak zijn deze kinderen lichamelijk hyperactief .Dat is te zien aan hun overbeweeglijkheid . Ze voelen dit zelf als ‘onrust van binnen ’:ze kunnen gewoon niet stilzitten .
Die inspanning vraagt voor hun gewoon extra energie .
Het verwarrende is dat ze niet altijd druk of snel afgeleid zijn . Ze kunnen zich bijvoorbeeld wel goed concentreren op spannende films , op computerspelletjes of iets anders dat hun intereseert . Helaas is dit dikwijls niet het schoolwerk .
Bij buitenstaanders lokt dit vaak de opmerking uit “ze kunnen het wel 'als ze maar willen ”.
Kinderen met ADHD kunnen zich inderdaad wel concentreren , maar het kost hun veel meer moeite en inspanning .
De meer ernstige vorm van ADHD komt voor bij 1% van de kinderen en jongeren . 2 % tot 4 % heeft last van de minder ernstige vorm .Hoe vaak ADHD bij volwasenen voorkomt is niet bekend . Men schat dat ongeveer de helft van de mensen die als kind de diagnosre ADHD kregen op volwassen leeftijd last blijft houden van 1 of meer hinderlijke symptomen .
ADHD komt veel vaker voor bij jongens dan bij meisjes .
ADHD bestaat ook in een vorm waarbij alleen sprake is van een stoornis in de aandacht-zonder impulsiviteit en hyperactiviteit . Dit heet ADD (Atention Deficit Disorder without Hyperactivity ).
Add wordt niet snel herkend bij kinderen .
Zij vertonen immers geen storend gedrag .
Toch prestreren kinderen met ADD ook dikwijls onder hun niveau . Dat roept problemen op bij het leren en het heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van zelfvertrouwen. Kinderen met ADD ‘zitten ook niet lekker in hun vel ’.
Bij kinderen met ADD worden dikwijls dezelfde medicijnen voorgeschreven als bij ADHD , maar er is nog veel minder ervaring opgedaan .
In het algemeen is bekend dat bij ADD lagere doseringen vaak al effectief zijn .
Kinderen en volwassene met ADD hebben meer en vaker dan gemiddeld problemen om :
- aan het werk te gaan
- aan het werk te blijven
- hun werk te organiseren
-hun wer af te maken
- aandacht te besteden aan details .
- zich te herinneren wat ze van plan waren om te gaan doen .
- zich te herinneren waar ze hun spullen hebben gelaten
- afleidende prikkels te negeren
- vlot te leren reproduceren wat eerder is gewleerd
-van de ene activiteit over te schakelen op de andere
ADHD gaat dikwijls samen met andere lichamelijk of psychiatrische stoornissen. Zo is bekend dat bij ongeveer de helft van de kinderen met ADHD ernstig opstandig gedrag voorkomt . Een kwart heeft ook last van leer-, angst - en stemmingsstoornissen .
ADHD komt relatief vaak voor in combinatie met stoornissen uit het autistisch spectrum
Bernadette